Bakeliet dankt zijn naam aan Leo Hendrik Baekeland, een Amerikaanse uitvinder van Belgische afkomst. Aan het begin van de twintigste eeuw experimenteerde hij met mengsels van fenol en formaldehyde. Het resultaat was uiteindelijk het kunststof bakeliet in 1907. Bakeliet werd vooral rond het midden van de vorige eeuw veel gebruikt.
Bakeliet is een zogenaamde thermoharder en blijft hard als het wordt verhit. Dit in tegenstelling tot een thermoplast dat zacht wordt bij verhitting. Bakeliet wordt geproduceerd door bakelietpoeder onder grote druk (minimaal 15 ton) en hoge temperatuur in geharde stalen matrijzen te persen. De perstijd, de tijd dat de pers gesloten is, ligt tussen de 3 en 4 minuten. Daarna gaat het product een aantal minuten in een afkoelmal.
Baekeland had als belangrijkste doel de snel opkomende elektronindustrie voor ogen. Deze industrie zat namelijk dringend verlegen om een goedkoper isolatie materiaal te gaan gebruiken dan het dure porselein.
Door zijn ‘bakeliet’ ontstond de mogelijkheid om grote aantallen producten tegen een relatief lage kostprijs te produceren. Het nieuwe kunststof werd niet alleen gebruikt voor toepassingen in de elektronindustrie, al snel werden er allerlei producten van gemaakt.